DEMO SUPERMOTO NEDERASSELT:
Voor de MON was het de herbeleving van een oude liefhebberij, voor SAM iets geheel nieuws, voor deelnemers, plaatselijke organisatie en publiek een geslaagde eerste keer. Omschrijvingen die allemaal passen bij deze zonovergoten supermoto-demo in het Gelderse Nederasselt.
Foto: Festina Lente, Inge van Hesteren
De MON organiseerde in het verleden wel vaker supermotowedstrijden. De laatste tijd was deze vorm van sport wat op de achtergrond geraakt. Tót vorig jaar juli. In het naburige Overasselt werd, onder auspiciën van SAM, voor de eerste keer een historische racedemo verreden. De organisator van dat evenement, Leo Fleuren van Affetto Ducati, slaakte na afloop een diepe zucht. “Dit was een mooi evenement! Wat zou het leuk zijn als we hier volgend jaar ook iets dergelijks zouden kunnen organiseren voor de Supermoto!” Het was een uitlating die bleef hangen bij Evert Welvaart, voorzitter van de SAM. Dus hij ging eens praten met de mannen van het oude team, die destijds samen met hem de supermotowedstrijden van de MON organiseerden. Waarom zou je geen laagdrempelige trainingsmogelijkheid kunnen bieden aan supermotorijders, ook voor de amateurs en instappers?
De officials en de organisaties
Inderdaad, waar een wil is, is een weg. Het wás mogelijk, een demo met supermoto’s. Dus een jaar later, op 10 juli, stonden mannen van de MON als Jos van Santvoort, Paul van den Bol, Jan ten Hoeve in een rennerskwartier in Nederasselt. Als officials werkten zij vaak samen en ze weten wat er nodig is. Streng en rechtvaardig beoordeelden zij tijdens de motorkeuring de machines van de deelnemers. Af en toe met een vaderlijke opmerking: “Dat veertje zit verkeerd om die voetsteun. Het komt niet goed terug. Ga nu maar fijn rijden, maar als je even wat meer tijd hebt, zet het er dan op de goede manier in. Het is voor je eigen veiligheid!”
Maar even belangrijk bleken mensen als Leo Fleuren, de Stichting Overasselt Promotie en alle mannen en vrouwen die achter de schermen de oneindige reeks met klussen op zich namen. Weliswaar was SAM vergunningnemer, maar het werk ter plaatse kan toch echt alléén gedaan worden door de mensen ter plaatse! Bas van den Brink, zelf coureur, maar ook de voorzitter van de SOP, had transportbedrijf Van Uden en autobedrijf Geerts bereid gevonden hun terrein ter beschikking te stellen voor een kort, 700 meter lang, maar uitdagend circuit. Baanofficial Nico Bouwman vertelde: “De hele week zijn we er al mee bezig geweest. Ik werk bij Van Uden. Normaal gesproken staat het hele terrein vol trucks. Die moesten we nu allemaal verplaatsen en gek genoeg lukte dat nog allemaal ook. Nooit gedacht dat je hier dergelijke snelheden kon bereiken. En dan hebben we nu ook nog eens zoveel publiek en zulk mooi weer!” Later liet Nico in de brommerklasse zien dat hij hoge sprongen kon maken met zijn Zündapp.
Het deelnemersveld werd opgedeeld in vier klassen: Supermoto Groep 1 en 2, Superbrommers en de nog nooit eerder in deze sport vertoonde Hyperklasse. Deze laatste werd geheel gevuld door Ducati’s 1100cc Hypermotards.
Zwaar werk
Het elftal deelnemende Ducatirijders had nog nooit eerder meegedaan aan een supermotowedstrijd. Het was voor hen en hun machines een geheel nieuwe ervaring. Al na de eerste trainingssessie kwamen er klachten: het duurde te lang. “Ja, het was wel even wennen! Een machine als deze is veel zwaarder dan die supermoto’s en dan blijkt het hard werken”, stelde rijder Hans van Hal. “Niet dat het niet voor herhaling vatbaar is!”
Dergelijke geluiden kwamen ook van rijders uit de twee Supermotoklassen. De lengte werd daarom uiteindelijk bepaald in één kwartier plus een ronde. Andere beginnende hypercoureurs waren er blij meer, maar daarom niet minder enthousiast. Ducatirijder Danny Peele vond het zwaarder dan hij had verwacht. Maar hij ging de volgende sessie gewoon weer aan de startlijn staan. “Daarvoor is het veel te leuk. Ik denk er nu over om een cursus te gaan volgen bij de supermotoschool van Marcel van Drunen. Nu staat er nog ‘Rossi’ op mijn helm, maar wie weet wordt dat straks ‘Danny’!” En Corné van Oosterhout voegde eraan toe: “Voor machines als deze is zo’n baan eigenlijk veel te kort. Je kunt het beter een gymkhana noemen. Met mijn hyper kom ik op het TT-circuit van Assen beter uit de verf, denk ik. Maar ik zit er niet mee. Dit is vast niet de laatste keer dat ik meedoe.” HYPER In elk geval kon het talrijke publiek zich prima vinden in dit idee van Leo Fleuren. “Nu zie je die machines tenminste een keer in de omgeving waarvoor ze bedoeld zijn,” zei iemand die naast ons langs de lijn stond. “En zo werkt Leo meteen aan een nieuwe afzetmarkt voor zijn Hypermotards 1100!”
Ja, dat kan een onverwacht effect zijn van dit eenmalige evenement. Bovendien werden de Hypers opgefleurd door het team paraplumeisjes, allen naaste familie van deelnemende coureurs. Helemaal spannend werd het nadat de competitie in de laatste manche wat verbetener werd. Hypermotard 696-coureur Jelle Crommentuijn verkeek zich na een korte wheely op de volgende bocht. “Hij doet aan onvrijwillig bodemonderzoek!”, zo omschreef omroeper Peter van Hintum dat. Veel glas- en lakschade, helaas. Jelle was zo kwaad op zichzelf dat hij zijn handschoenen en helm ter aarde wierp. Later, in de paddock, gaf hij toe dat het zo snel was gegaan dat hij niet eens meer wist hoe het gekomen was. Hij had last van pijn in rug en voet, maar na een kort bezoek aan de goed uitgeruste EHBO-post kon hij alweer lachen. Een meevaller, mogen we stellen, voor een deelnemersveld dat helemaal bestond uit amateurcoureurs, op volledig voor de openbare weg toegeruste motoren.
Brommers
Een andere groep amateurs trad aan in de omvangrijke Superbrommerklasse. Een bonte variatie stond aan de startlijn, van heel jong tot tamelijk oud, zowel wat betreft de machines als de rijders. Maar hoe bont ook, welhaast elke brommer had de handen gepasseerd van de legendarische Overasselter bromfietsgoeroe Theo van Rens, in de wandelgangen ook wel Thé Speek. Hij is nu intussen tachtig jaar oud, maar nog even enthousiast voor de sport als zestig jaar geleden. Als jonge soldaat haalde hij rond 1953 alle diploma’s motorrijtuigentechniek. Hij mocht meteen spoorslags naar de Watersnoodramp in Zeeland. Daarmee legde hij de basis onder de voortzetting van het bedrijf van zijn vader, dat hij in 1965 overnam.
En het was Thé die op 10 juni 2012 de knoppen van de startlichten bediende en die vervolgens alle manches staande langs de lijn bekeek zonder een krimp te geven. En blijk gaf van deskundigheid. “Die rijder daar met die ’53 Sparta moet oppassen met dat meetrappen. Bij dat type loopt de ketting er zomaar af!” Gelukkig ging het goed en zelfs alle groente op de bagagedrager van de Sparta bleef in de mand. De superbrommerklasse, dat was werken aan breedtesport en nieuwe aanwas.
Supermoto
Met alle aandacht voor wat nieuw of vreemd was, laten we de hoofdmoot niet vergeten: de twee manches in de beide supermotoklassen, met een gemengd gezelschap van amateurs, nationalen en internationale coureurs die een snelle, sportieve en spectaculaire show weggaven. Het publiek, grotendeels onbekend met het fenomeen Supermoto, genoot met volle teugen van de driftende achterbanden, de zware klappen van de eencilinders en van de geur van rubber, klei, benzine en smeerolie.
Zoals de Over- en Nederasselters al zeiden na de klassieke racedemo van 2011: “Voor herhaling vatbaar!”
Tekst: Gijs van Hesteren
Foto’s: Inge van Hesteren