Roel Sluiter blij met opstelling Harlingers, minder met inzet COA
HARLINGEN – Burgemeester Roel Sluiter is er duidelijk over: “De stad en de bevolking hebben laten zien dat zij in een noodsituatie snel en doeltreffend kunnen optreden.” Hij staat onverkort achter het collegebesluit van twee weken geleden., waarmee het COA toestemming kreeg om een groep vluchtelingen naar Harlingen te sturen, tweemaal 72 uur in de Waddenhal. Echter, voordat het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) nog eens mag komen met zo’n verzoek praat Sluiter op korte termijn met de gemeenteraad en met de bevolking van Harlingen. Opnieuw actueel , nu er op 27 oktober een discussieavond is gepland.
Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant van 6 oktober 2015.

Roel Sluiter: “De Waddenzee voor de deur maakte indruk. Omdat hij mooi is ja, maar ook omdat de zee bij velen niet zulke prettige herinneringen opriep.”
Roel Sluiter: “Ergens half september vroeg de staatssecretaris (Klaas Dijkhoff van Asielzaken, red.) aan de Nederlandse gemeenten of zij kortdurende noodopvang beschikbaar hadden. De aanwassende stroom vluchtelingen uit oorlogsgebieden groeide het COA boven het hoofd. Wethouder Kuiken had daarvan in de raadscommissievergadering van 16 september al melding gemaakt. Toch nog plotseling kwam een week later het uiteindelijke verzoek binnen, rond een uur of vier ’s middags. Of we wilden zorgen dat morgen rond twee uur alles klaar kon staan voor 143 vluchtelingen.”
De gemeente riep onmiddellijk een crisisteam bij elkaar, uit alle afdelingen van de ambtelijke organisatie. “Het was kort dag. De gehele opvangperiode kwam dit team twee- tot driemaal daags bijeen. Men heeft heel hard gewerkt. Het was allemaal korte termijnwerk. Een draaiboek was er niet. Zoiets was nog niet eerder voorgevallen.
De mensen die kwamen bivakkeren in deze ene grote ruimte hadden veel achter de rug. Ze kwamen uit landen als Syrië, Irak, Koerdistan, Eritrea. Dat accordeert allemaal niet vanzelf. We hebben veel tijd gestoken in begeleiding. Bijvoorbeeld door samen muziek te maken, of spelletjes te doen met de kinderen. De vluchtelingen waar het allemaal om ging, die hebben zich uitstekend opgesteld. Ze namen hun verantwoordelijkheid en gingen bijvoorbeeld zelf aan de gang met de schoonmaak.”
De burgemeester spreekt vol lof over de medewerking van alle kanten, zoals die van het Leger des Heils, het Rode Kruis, de politie, de beveiliging, het jongerenwerk en van individuele vrijwilligers. “Er was veel te regelen: bedden, catering, sanitair. De vluchtelingen waren onderweg van alles kwijtgeraakt, zoals tassen en koffers. En we kwamen kinderbedjes tekort. De Harlingers hebben deze zaken binnen de kortste keren afgeleverd, zelfs totdat we er veel te veel van hadden. Die spullen hebben we allemaal meegegeven naar de volgende locaties, in Kollum, Gerkesklooster en Workum.”
“De teamchef van politie Noordwest-Friesland was erg te spreken over de gang van zaken. Ze zijn zeer alert geweest, bijvoorbeeld op onrust of protesten, maar er kwam geen enkele melding binnen. Met name via sociale media als Facebook hebben we toch echt wel slechte reacties gelezen, vooral in het begin. Die stroom droogde snel op.”
Taal noch teken van het COA
“We vonden het bijzonder verbazend, dat we zo goed als geen contact kregen met het COA. Een voorbeeld. De enigen die de groepen vanuit Rotterdam naar Friesland begeleidden waren de buschauffeurs. Stel je voor, in je eentje verantwoordelijk voor vijftig mensen die jouw taal niet spreken. De chauffeurs zijn in één keer doorgestoomd naar Harlingen. Ze durfden niet te stoppen, zelfs niet voor een plaspauze. Wie weet wat daar allemaal bij had kunnen gebeuren. En de bus naar Heerenveen was de weg kwijt. Hij heeft vijf uur in Friesland rondgereden. Totaal niet verantwoord.
Toen de mensen bij ons vertrokken naar Kollum was er evenmin iemand van het COA bij. We hebben zelf maar het een en ander geregeld: een tolk, een reisleider, een EHBO’er en een extra gemeentebusje voor de spullen.
Het COA kan van begin tot eind geen idee gehad hebben hoe het hier in Harlingen is verlopen. Men heeft er niet naar omgekeken. Voor hetzelfde geld waren de vluchtelingen hier nooit aangekomen…”
Het COA heeft intussen iets geleerd, veronderstelt Sluiter. “Misschien zijn ze geschrokken van de ferme taal van de Friese burgemeesters, met Van der Zwan van Heerenveen voorop. Donderdag kregen we voor het eerst contact met het COA. Een mevrouw belde ons. ‘Inderdaad, mosterd na de maaltijd’, zoals zij zelf toegaf. Het COA afdeling Noord-Nederland had zich tot dan toe nergens mee mogen bemoeien. Vanaf nu zou de afdeling een actievere rol mogen vervullen.
Er is meer goed nieuws. Vanmorgen las ik in de Leeuwarder Courant dat het gesleep van locatie naar locatie voorlopig even voorbij is. In ieder geval totdat half oktober de opvang in de Fryslân Expo gereed is kunnen de vluchtelingen blijven waar ze nu zijn. Het moet heel vervelend voor hen zijn, al die onzekerheid.”
Evalueren
De mentale belasting was niet alleen groot voor de vluchtelingen. De zes intensieve dagen hebben de medewerkers en vrijwilligers niet koud gelaten. Sluiter: “Sommigen gaven aan dat ze er nachten lang niet meer van konden slapen. De dingen die ze gehoord hadden gingen hen niet in de koude kleren zitten. We gaan nog iets organiseren, om dat allemaal te verwerken.
Het was vanuit onze bevoegdheid als college van B & W, dat we het COA toestemming verleenden om de vluchtelingen naar Harlingen te sturen. Het was urgent, er was directe nood en het was voor een beperkte periode. We zullen dit geen tweede keer doen, ook niet als het COA aandringt. We gaan nu eerst rustig terugkijken en evalueren wat we hebben meegemaakt. Om te beginnen met de gemeenteraad, daarna zeker ook met de Harlinger bevolking. Op welke manier, dat bestuderen we nu.”
Drie schilderijen lieten de vertrekkende vluchtelingen achter voor de Harlingers. Daarmee benadrukten ze hun waardering en dank. “Een hele verrassing, dat het meisje dat ze aan ons presenteerde dit in het Nederlands deed,” zegt Sluiter. “Zij had de toespraak helemaal uit haar hoofd geleerd. Erg knap. We gaan de schilderijen niet ophangen in het stadhuis. Dan zouden we het monopoliseren als gemeente. De schilderijen zijn van ons allemaal en daarom gaan ze binnenkort waarschijnlijk naar MFC Het Vierkant. Dan kan iedereen die dat wil ze komen bekijken.”