HARLINGEN – Een paar maanden per jaar is Harlingen een vakantiebestemming. Voor bootjesmensen, voor Duitse toeristen, voor Harlingers ‘om utens’. Waarom komen ze naar ons stadsje? Wat zien ze er eigenlijk in en komen die verwachtingen uit? Voor de Harlinger Courant vroegen wij het hen op de man – of vrouw – af.
Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant
Naar het museum
Een stralende dinsdagmiddag. Eduard en Christie Mendlik uit Zeist liggen met hun Linssen motorjacht ‘Antaria’ in de Noordoostersingel.
“We zijn hier nog maar net. We kwamen via Rotterdam, Scheveningen, Texel en Vlieland naar Harlingen. De weerberichten voor morgen zijn wat minder gunstig. Daarom gaan we nu de binnenwateren op. Eerst blijven we een paar dagen hier. Erg diep is het hier niet. Volgens de boekjes mochten we twee meter verwachten, maar dat is het bij lange na niet. Misschien 1 meter 25. Voor ons ging dat net. Wel heel leuk dat we zo vlakbij het centrum liggen. Zo kunnen we een beetje winkelen en misschien naar het museum.”
Eduard en Christie zijn eigenlijk zeilers. “Overal hebben we gevaren. Ons laatste zeiljacht, een Trintella, lag in de Ionische Zee bij Griekenland. Maar we worden een dagje ouder.”
Overal een ijsje
Broek op Langedijker Hans Kuijt vaart met vrouw Wanda en hond Sheila in een halfopen sloep door Friesland. Dinsdag is het prima zomerweer, dus de kap staat helemaal open.
“Met de boottrailer rijden we naar het vaargebied dat we uitgekozen hebben voor onze vakantie. De vorige keer voeren we vanuit Roermond door de Limburgse Maasplassen. We wisten niet dat daar zoveel water was. Twee, drie jaar geleden waren we al eens in Friesland. Toen voeren we een rondje Bolsward, Harlingen, Leeuwarden en terug. Harlingen kenden we dus al. Deze week hebben we de boot bij Galamadammen van de trailer gehaald. Lekker binnendoor varen. Overal in Friesland kan je even aanleggen voor een ijsje of een drankje. Dat zie je alleen in deze provincie. We kunnen precies met ons drietjes slapen aan boord. Het is een beetje behelpen, maar dat is juist leuk. Afgezien van koffie of cup-a-soup koken we niet. We zoeken bijna elke avond een leuk eettentje.”
Van open zee naar het binnenwater
Woensdag regent het de hele middag. Fijn voor de natuur, iets minder voor de vakantievierders. In de Noordoostersingel stuit de HC op een bekend schip: de ‘Riet’. Aan boord bevindt zich Ria de Hartog, voor veel Harlingers een bekend gezicht. Zeventien jaar geleden nam Guus Blok haar huisartsenpraktijk over en sindsdien bevoer Ria met man Berend Brijder de wereldzeeën. Berend bouwde de Riet met eigen handen. “Als zeilschip”, legt Ria uit. “Met een motorboot kan je de Noordzee, Oostzee en Middellandse Zee niet op. Na ons pensioen zijn we naar Scandinavië geweest en daarna via de Franse kanalen en sluizen (meer dan 300!) naar het zuiden. De laatste jaren zeilen we niet meer. We zijn al over de zeventig intussen. Dit is nu een motorschip. Vanuit Tiel, waar we nu wonen, gingen we begin mei naar Kassel. We zouden er vrienden opzoeken, maar de havenmeester kwam ons vertellen dat de waterstand dramatisch aan het zakken was en dat we moesten maken dat we wegkwamen. Via het Mittellandkanaal, het Kanaal Haren-Ruitenbroek en het Willem-Alexanderkanaal voeren we terug naar Nederland. Het is altijd hartstikke leuk om in Harlingen aan te leggen, ook na al die jaren. We zien in die korte tijd zoveel bekenden. We blijven nog even, totdat het weer beter wordt.”
Op de foto vlnr Ria de Hartog, kleinzoon Wietse Schuitmaker, Berend Brijder.
Dam midden in zee
Donderdag opnieuw regen. Het weer wordt er niet beter op. “Wij maken vandaag een uitstapje”, vertelt Andreas Kliche. Hij komt uit Wuppertal in Duitsland en verblijft met vrouw Anja en kinderen Laurens en Romy in een vakantiehuisje te Egmond aan Zee. “Vandaag was een regendag voorspeld en dat is uitgekomen. We wilden graag naar de Broekerveiling, maar daarvoor waren we eigenlijk te laat. Het leek ons heel spannend om over een dam midden in zee te rijden. Via de Afsluitdijk kwamen we hier terecht. We zijn wel eens vaker in Nederland geweest, maar Harlingen is echt een mooie en interessante stad. We zijn er net een uurtje. We wandelen door het centrum en straks gaan we nog even de haven bekijken en wat eten.”
Vriendelijke Friezen
Tijdens de donderdagmarkt spreekt de HC met Kai en Thea. Zij zijn met schoonmoeder Erika en met het bevriende paar Christoph en Suzanne en hun dochter Paula op vakantie in een Ferienhaus in Makkum. “Voor de vijfde keer intussen. Vraag maar wat je vragen wil, hoor, bis wir ein Loch im Bauch haben”, zegt Christoph. “We hebben alle tijd.”
Kai: “We waren naar Workum vanmiddag. We dachten dat het daar marktdag was, maar die was gisteren al geweest. En in Makkum is het morgen markt, dus we zijn maar naar Harlingen gekomen. Het leuke van jullie stad vinden we de de kleinschaligheid, de mooie kleine huisjes, de prachtige havens en schepen. De mensen hier in Friesland zijn allemaal zo open, vrolijk en vriendelijk. We wonen in Frankfurt am Main, een miljoenenstad. Bij ons in Duitsland kijkt iedereen humeurig.”
Grote lol
Dikkie de Haan kan je niet echt een toerist noemen, maar een bezoeker aan de stad is hij zeker. Al jarenlang komt hij naar Harlingen voor wat hij zijn hobby noemt. Op de hoek van Voorstraat en Kleine Bredeplaats staat hij zijn paling te roken. “Met opzet ben ik op deze hoek gaan staan. Dan waait de wind de rook weg van de marktkramen. Zo zitten de standhouders niet de hele dag in de rook. Wist ik veel dat na de regen van vanmiddag de wind zou gaan draaien?”
De Haan woont midden in de Friese Wouden, in De Triemen. “Deze visrokerij is mijn tijdverdrijf. Maar om dat zo goed mogelijk te doen moet ik wel aal verkopen. Anders heb ik geen geld om in te kopen, toch? Ach, iedereen die bij mij paling koopt is supertevreden. Tijdens de palingrookkampioenschappen in Harlingen ben ik twee keer tweede geworden en vorig jaar was ik eerste. Je moet het dan doen op de authentieke manier. Zonder speciale hulpmiddelen als thermometers en zo. Helemaal op het gevoel.”
“In Harlingen sta ik in juli en augustus en verder tijdens de Vlootdag, de Visserijdagen en de Kerstmarkt. Toen ik hier voor het eest kwam te staan moesten de Harlingers aan mij wennen en ik aan hen. Maar nu is het altijd hartstikke gezellig. We hebben de grootste lol met z’n allen. De klanten hingen al aan mijn mobiele telefoon toen ik nog op de snelweg zat tussen Leeuwarden en Harlingen.”
Juten zak voor Ark van Noach
Over de Voorstraat loopt BN’er Aad Peters, een Nederlandse poppenspeler, televisieproducent en ondernemer. Hij koopt van palingroker Dikkie de Haan één van de juten zakken die Dikkie gebruikt als afdekking van zijn rookton. Ze hebben al snel een deal. Peters koopt een pond paling en de juten zak krijgt hij dan gratis mee. “Viel heel erg mee, zestien euro voor een pond paling.”
Peters woont in Friesland, maar de hele wereld is zijn speeltoneel. “Helemaal authentiek die juten zak. Zoiets kan je niet namaken. Naar voorwerpen zoals deze ben ik altijd op zoek voor ons project ‘De ark van Noach’. De ark licht momenteel in Oslo. We maken een tournee door Noorwegen. Het schip had trouwens een behoorlijke aanvaring daar. Maar het is intussen alweer gerepareerd.”
In 2010 kocht Peters de ‘Ark van Johan’ van zakenman Johan Huibers uit Schagen. Deze had het bouwsel gebaseerd op het Bijbelverhaal met de Ark van Noach. Peters reist ermee rond om mensen bekend te maken met de verhalen uit de Bijbel.