Strontrace en Beurtveer 2015
WORKUM – Al sinds 1974 vindt in Workum een bijzonder evenement plaats, altijd in de herfstvakantie. Het is de Strontrace, een zeilwedstrijd voor traditionele platbodems, van Workum naar Warmond en weer terug. Tegelijkertijd gaan de Workumer Visserijdagen van start. Botters, schouwen, aken, bollen en blazers via het Soal naar het IJsselmeer, op zoek naar vis. Als derde onderdeel van de week zeilen zware klippers en tjalken het Beurtveer.
Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren
Deze reportage werd in iets gewijzigde vorm gepubliceerd in de Harlinger Courant
Begin vorige eeuw vervoerden tjalken en klippers koemest van de Friese zuidwesthoek naar de geestgronden, achter de duinen bij Warmond en Hillegom. Met dit historische gegeven in het achterhoofd organiseerde de Workumer vuurtorenwachter Reid de Jong in 1974 voor het eerst de Strontrace.
Bovendien vond De Jong in het gemeentearchief stoffige documenten over de geschiedenis van het beurtveer op Amsterdam. Honderden jaren lang voeren beurtschippers in lijndienst op deze route. Voor schepen die niet pasten in de formule van de Strontrace bedacht hij vervolgens het Beurtveer.
Sindsdien geeft Reid de Jong het startsein en zoals gebruikelijk worden de visserijschepen en de Strontracers door het enthousiaste publiek het Soal uitgejaagd. De beurtschepen gaan het laatst van start. Ze mogen tot aan het einde van de havenhoofden de motor gebruiken.
Zeilen, jagen en bomen
Maar eerst de Strontrace. Erg hard waaide het deze week niet; integendeel. Het werden lange dagen en nachten. Na de start op maandagmiddag 12 uur komt de eerste strontvaarder pas rond middernacht aan bij de Oranjesluizen. Bram Romkema, bemanningslid van het IFKS-skûtsje de Verwisseling vertelt: “Er stond de hele week erg weinig wind. De reis over het IJsselmeer was heel zwaar. Zeilen, bomen, zeilen, bomen. De Eelkje II is met licht weer sneller dan wij, zeker met die breefok van hen. Daarom kwamen we met achterstand aan in Haarlem. Tot de Kaag hebben we gezeild en in de luwte van de bomen en bebouwing heel fanatiek gejaagd. Soms op een drafje, als de wind vat kreeg in de open stukken. Het was een redelijk fysieke tocht. Op de Kaag liepen we verder in. De Engelina Smeltekop was eerste in Warmond, wij kwamen er als derde aan.”
Mest en bloembollen
Park Groot Leerust in Warmond vormt het keerpunt voor de Strontrace. HC spreekt er met de ‘keermeester’, Christiaan Tromp. Deze belangrijke functie vervult hij sinds 1991. “Het is een serieuze bezigheid, hoor.” Bulderend gelach van de oudere heren in het theehuis. “Het gaat echt om zeilende vrachtvaart, met cognossement en al. Ik controleer de juiste afgifte van de vijf zakken met Friese mest, doe de betaling, teken de vrachtbrieven af en schenk een glas in voor de bemanningen. Op de terugweg krijgen de schepen een zak bloembollen mee als lading. De wedstrijd is pas afgelopen als die op de juiste wijze is afgegeven te Workum.”
Honderden mensen staan op de kant in Warmond. Burgemeester Carla Breuer ontvangt de schippers en deelt Kaagwater uit, een drankje met opwekkende hoeveelheden alcohol. Ze is verrast als ze de kinderen van Rinze Herrema, schipper van de Engelina Smeltekop, in het Fries hoort praten met hun vader. Herrema neemt de lauweren voor eerste aankomst in Warmond in ontvangst. “Er stond heel weinig wind. We hebben urenlang geboomd door de Ringvaart Haarlemmermeer. Mooi dat we hier als eerste aankwamen. Wat betreft de einduitslag, ik heb er een hard hoofd in. De andere IFKS-skûtsjes zijn sneller dan wij. Ze liepen op de Kaag al op ons in.”
Nat pak
Op weg naar Amsterdam werd duidelijk tussen welke schepen de eindstrijd zou gaan. Bram Romkema (34): “In de Ringvaart op weg naar Amsterdam stond de wind net te noordelijk. Het was knijpen aan de wind en bijbomen in de luwtes. Gang houden! Op de Westeinder dachten we de Eelkje II te kunnen pakken, maar de wind viel weg. We kwamen de plas bijna niet meer af. Door een reteklein gaatje boomden we uiteindelijk verder. De Nieuwe Meer was lastig, die is nogal diep en dan kan je niet bomen. Krap langs de kant, via de buitenbocht bereikten we de stad. Eenmaal in Amsterdam kregen we een binnenvaartschip voor de neus, die hield ons op, en ik verloor een vaarboom. Die ben ik nagesprongen. Daar had ik wel een nat pak voor over. In het Buiten IJ kregen we de ruimte. Er was eerst helemaal geen wind. We hebben geboomd, met alle zeilen op. Toen kwam er wind en ging het hard. De breefok van de Eelkje II scheurde en dat bezorgde ons de zege.
Het was echt heel spannend dit jaar. Twee jaar terug was het de Eelkje II die won, nu wij.”
Jurjen Veldboom, bemanningslid van de Eelkje II is sportief. “Het was een leuke strijd tussen gelijkwaardige schepen. In het begin waren we in het voordeel, met een mooie voorsprong. Maar met hard werken en op karakter heeft de Verwisseling ons ingehaald. Toen ons geheime wapen, de breefok, het begaf, was onze strijd gestreden. Maar moet je nagaan, maar achttien minuten verschil na 45 uur zeilen! Spannend, zeker weten.”
Beurtveer moeilijker dan verwacht
Hoe kijken de beurtschippers tegen de wedstrijd aan? In de drukte voor de start kregen we nog nét de kans om te spreken met twee schippers. Voor Remy de Boer is het de veertiende keer dat hij het Beurtveer vaart. Vorig jaar werd hij met het tjalkjacht Pallieter vierde in de eindklassering. “We zijn met een stuk of twaalf mensen aan boord voor deze wedstrijd. Zetschippers die varen met schepen van me, bemanningsleden, vrienden. Sinds gisteravond hebben we al een stuk of tien keer een nieuwe strategie bedacht. Mijn kansen op een eerste plaats schat ik in op 60 procent.”
Hessel Taconis (29) vaart tijdens het zeilseizoen als zetschipper met de Pallieter. “Dit gaat ons jaar worden,” zegt hij zelfverzekerd. De wind speelt in ons voordeel.”
Inderdaad, er staat weinig tot geen wind. Een licht zeilend schip als de Pallieter krijgt dan extra goede kansen.
Schipper Joost Martijn is het daar niet mee eens. Zijn tjalk heet niet voor niets Overwinning. Hij zeilt voor de elfde keer de wedstrijd. Net als Remy de Boer won hij al viermaal. “Ik denk dat ik het Beurtveer ga winnen. De Overwinning was nog nooit zo snel als dit jaar. We varen met een vriendenclubje als bemanning. Het zijn betalende gasten. Ze varen al tien jaar mee bij het Beurtveer. Ze kennen het schip en de schipper en ik weet dat ik op hen kan rekenen.
Het tactische moment dit jaar zal komen op het keerpunt bij Amsterdam, in de kom van Durgerdam. Je mag daar zelf bepalen wanneer je de terugreis aanvaardt. Alleen gezeilde tijd geldt voor de wedstrijd. Bepalend zal de wind zijn. Voor nu, voor de heenreis, staat er genoeg wind. We hebben een grote halfwinder en grootzeil aangeslagen.”
Verkeerde routekeuze
Het lot besliste anders. We spreken na afloop aan boord van de tjalk Overwinning met Anna Glas, aanstaand echtgenote van schipper Joost Martijn. Van haar kregen we de primeur: in november treedt zij met Joost in het huwelijk. De ringen worden komende week geleverd.
“We hebben de verkeerde route gekozen. Alleen al over de heenweg naar Durgerdam hebben we 19 uur gezeild. Totaal geen wind. En dat waar de Nicolaas Mulerius als enige een andere route koos en daarmee alle andere deelnemers op afstand zette. Op de terugweg ging het beter. Met opzet hebben we lang gewacht met vertrek uit Amsterdam, totdat er meer wind kwam. Maar we werden er totaal flauw van. Alleen tussen Urk en Medemblik gingen we eindelijk een beetje scheef. Ja! Dáár is zo’n schip voor gebouwd!”
Remy de Boer wist met de Pallieter evenmin potten te breken. “We kozen ervoor mee te gaan in de mêlee. Dat was een verkeerde keuze. Ons eerste plan was het beste plan, maar dat hadden we laten varen. We moesten het doen met wispelturige windvoorspellingen. Met de Overwinning hadden we leuke onderlinge strijd. Het schip van Joost is sneller dan de Pallieter, daar moet ik van uitgaan. Een tijd lang hielden we hem achter ons, dat was mooi, maar na Urk was het gebeurd. Het was dit keer niet zo’n zware Beurtveer. We hebben voldoende en goed geslapen.”
Aan Renee van Hasselt vragen we tot slot hoe het bestuur van de Vereniging Zeilvracht aankijkt tegen deze editie. “Het was met deze windomstandigheden een interessante week. We hebben ook dit keer het een en ander geleerd natuurlijk. De volgende keer doen we het nóg beter. Zeker ook de communicatie, want we stellen het hoog op prijs als de media aandacht besteden aan ons evenement!”