HARLINGEN – Afgelopen woensdag zette de gemeente Harlingen een volgende stap op weg naar een heringericht havengebied. Met symbolische hamers openden wethouder Maria le Roy en aannemer Douwe Offringa het zicht op het restauratiewerk aan het entrepotgebouw aan de Nieuwe Willemskade.
Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant van 13 november 2015
Het oude entrepotgebouw zelf was niet beschikbaar voor de ceremonie; de werknemers van aannemersbedrijf Jurriëns waren er al hard bezig. Onder de nietsziende oogkassen van het walvisskelet was de loods van Hubert Jans een waardig alternatief.
Mijlpaal
De restauratie van het negentiende-eeuwse bouwwerk vormt een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van het havengebied. Anne Venema, projectleider cruiseterminal namens de gemeente, legt het uit.
“We zijn druk bezig met de ontwikkeling van de cruisevaartsteiger in de Nieuwe Willemshaven. Dit gebouw zien we in de eerste plaats als een algemene ontvangsthal. We hopen van onze haven een wissellocatie te maken, waar cruiseschepen passagiers aan en van boord nemen. Van een aantal havens in Engeland is vastgesteld dat hun succes te danken is aan goede verbindingen. Harlingen ligt maar vijf kwartier van Schiphol. De rederijen vinden dat vlakbij.
We gaan voor een tiental wissels per jaar. Voor dit doel is het van belang dat de inrichting bij deze functie past. Faciliteiten voor bagageopslag, marechaussee, douane, maar ook een aantrekkelijke inrichting, bijvoorbeeld met leuke kraampjes.
De cruiseschepen zijn er maar af en toe. Dat geeft ruimte aan de bruine vloot en aan de burgers van de stad. We hebben een Cruise Council in het leven geroepen, waarin we overleggen met alle belanghebbenden, zoals VVV, chartervaart, ondernemersvereniging, horeca.”
Cor Boonstra is een vertegenwoordiger van de laatstgenoemde categorie. Hij koestert grootse plannen. “We praten hier al tweeëneenhalf jaar over met de gemeente. Wat we willen is een ‘food market’, die we samen met zoveel mogelijk ondernemers uit de stad inrichten. Het liefst in combinatie met ‘leuke dingen’, zoals culturele activiteiten. Voor de passagiers van de cruiseschepen, van de bruine vloot. En voor de Harlingers. Het gebouw moet een schakel worden tussen het havengebied en de binnenstad. We hopen dat de gemeente ons de opdracht geeft voor het dagelijkse beheer. We hebben al veel bedrijven om ons heen, waaronder Hoek’s Vis en Snack’s, Homminga Fijne Winkeltje, Smaak Eten & Drinken, Brouwdok, een nog niet met name te noemen grote groenteboer, een aannemer in de weg- en waterbouw. Een win-winsituatie!”
Nu kunnen we verder
Intussen is het tijd voor een toespraak door wethouder Maria le Roy. Ze blikt terug op 2010, toen iedereen tegen elkaar zei: ‘er moet iets gebeuren’.
“Harlingen moet aantrekkelijk zijn voor bezoekers, niet als etappe onderweg naar de eilanden, maar als unieke locatie aan het Wad. We zijn aan het werk gegaan. Deze zomer met funderingswerk. Dat is nu klaar. We kunnen deze winter verder met buiten- en binnenkant. Monumentenadvies Noord heeft voor ons uitgezocht dat dit gebouw voldoende historische waarde heeft om restauratie te rechtvaardigen. Penta Architecten adviseerde erbij. De provincie Fryslân helpt ons financieel.”
Oud-gemeenteraadslid Trees Fijnvandraat is één van degenen, die zich heeft ingespannen voor behoud van de opstallen.
“Amsterdam, Vlissingen, Harlingen, al die havensteden hadden een entrepotgebouw. Veel ervan zijn intussen gesloopt. We moeten trots zijn dat het bij ons nog bestaat. In de raad heb ik gepleit voor het behouden ervan, mits het verantwoord was in financieel en bouwkundig opzicht. De hele raad was er positief over.”
Fries bedrijf
Douwe Offringa, regiodirecteur van aannemer H.J. Jurriëns BV is er jongensachtig enthousiast over.
“We storten ons graag op deze klus. Als er íets is dat bij ons past dan is dit het wel. Hoe moedelozer het erbij staat, des te leuker vinden we het. Ons bedrijf komt voort uit Bouw ’75, dat al veel werk heeft gedaan voor de gemeente Harlingen. Het Havenmantjse bijvoorbeeld. Bouw is overgenomen door Jurriëns, maar we zijn nog steeds gevestigd in Sneek. Een Fries bedrijf dus! We zijn voorlopig aan het werk met gemiddeld vier tot zes mensen. Eind maart moet het klaar zijn.”
Jan Meester van het havenbedrijf Hubert Jans verkocht de loods aan de gemeente. Hij is een wandelend geschiedenisboek, als het gaat over de historie van de Harlinger havens.
“Alles bij elkaar 1300 jaar aan geschiedenis: 250 jaar Hubert Jansz, 215 jaar Repko, 200 jaar Meinesz, 200 jaar Scheepvaart en Steenkolen Maatschappij SSM, 200 jaar General Steam (opgegaan in P&O), 150 jaar Koelman. Allemaal bekende namen in Harlingen en Nederland. Het begon allemaal pas rond 1850 een beetje te lopen met aanleg van de spoorlijn. Voor Harlingen werd een grote toekomst voorspeld. De animo was echter lange tijd pover. Maar er kwamen gouden tijden. Bijvoorbeeld begin twintigste eeuw, toen SSH in het geheim twee handen op één buik was met het industriële conglomeraat SHV van de familie Fentener van Vlissingen. Of tijdens de voorlaatste bestemming, toen het gebouw een parkeerlocatie werd. Een gouden oplossing, maar ja. Enfin, heel wat havenbaronnen zetten hier hun voetstappen.”
Complexe taak
Iedere aanwezige heeft zijn eigen verhaal. Bijvoorbeeld Harmen Stellingwerf, projectleider namens de gemeente Harlingen. Hij ‘doet het erbij’, naast zijn functie als teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling. “Ik vervul de rol van opdrachtgever en draag de eindverantwoordelijkheid voor het eindresultaat. Een toch wel complexe taak. Ondanks mijn propvolle agenda heb ik me met mijn bouwkundige achtergrond opgeworpen.”
Ton van Randen, voorzitter van Harlinger Belang, is blij dat de restauratie nu gestart is.
“Goed dat we een eind maken aan het voortdurende slopen. Er komt meestal niets voor in de plaats. We leven in een krimpregio. Er is geen geld voor nieuwe gebouwen. We zien dit als een gebouw voor alle Harlingers. Het kan ons niet snel genoeg gaan. Eindelijk reuring.”
Jan-Otto Schilstra van Penta Architecten tot slot: “De gemeente was al een eind op streel met het herstel van de funderingen. Het casco kwam aan de beurt en men vroeg ons mee te denken. We hebben bijvoorbeeld voorgesteld om glazen puien te maken achter de grote dubbele loodsdeuren. Nu kunnen deze openstaan, zonder dat de gebruikers van het gebouw op de tocht staan als de zeewind waait. Voor ons is dit een interessante klus. Restauratiewerk is niet onze eerste expertise en we steken er veel van op.”