“Naar zo’n auto was ik helemaal niet op zoek, maar mijn vrouw zei: ‘Jij hebt een hobby nodig! Mannen die alleen maar druk bezig zijn met hun werk, die hebben een probleem als ze met pensioen gaan.’ Eigenlijk vond ik dat onzin. Mijn werk was mijn hobby, zeg nou zelf.”
Tekst en foto’s: Gijs & Inge van Hesteren.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant van 28 oktober 2014.
We zijn op bezoek bij Folkert Alta, de trotse bezitter van een Cadillac uit het jaar 1953. Hij trok aan de bel, nadat de HC in de zomer enkele artikelen had gewijd aan Amerikaanse muscle cars. Een spierballenauto was wel niet wat Alta in de garage had staan, maar wat hij ons liet zien was zonder meer op en top Amerikaans. In dit geval een auto die niet zozeer voorzien was van uitzinnig veel Pk’s, maar van een nog uitzinniger vormgeving.
Over de top
Alta vervolgt: “Ergens zag ik wel in dat mijn vrouw gelijk had. Ik ben na gaan denken over een liefhebberij. Mijn vader reed ook altijd met grote achtcilinders uit Amerika. Die herinnering zette me op het spoor. Bij toeval ben ik deze auto tegengekomen. De eerste Nederlandse eigenaar had hem geïmporteerd uit Californië, waar hij veertig jaar heeft rondgereden. In die staat is het klimaat droog en warm; daardoor gaan auto’s er lang mee. Begin jaren vijftig ging het design van Amerikaanse auto’s volkomen over de top.”
De Verenigde Staten waren de onbetwiste winnaars van de Tweede Wereldoorlog. Als enige hadden ze de vijand niet in eigen land over de vloer gehad. Het zelfvertrouwen van de natie was groter dan ooit tevoren. Dat wilden de Amerikanen best weten. Ze droegen hun succes op alle mogelijke manieren uit, ook via de auto’s die zij maakten.
Alta: “Groot en zwaar moesten ze zijn, met forse achtcilindermotoren, met steeds meer vermogen. Invloeden uit de vliegtuigindustrie maakten dat de staartvleugels steeds groter en hoger werden. De Flying Lady, de vliegende dame voor op de motorkap, moest dat nog eens aandikken. De firma Cadillac wilde een progressief imago uitdragen. Ze was vaak de eerste met nieuwe uitvindingen, zoals bijvoorbeeld de elektrische startmotor.”
Origineel en vernieuwend
“Deze specifieke wagen is helemaal origineel zoals hij in 1953 uit de fabriek kwam, met nieuwigheden als het autronic eye, een voorziening die automatisch de koplampen dimt als er tegenliggers naderen. De ramen zijn uiteraard elektrisch bedienbaar. Dat kwam je ook niet vaak tegen in die tijd. Nog aparter is de Philips platenspeler, die er rond 1959 ingebouwd moet zijn. De speler is verbonden met de buizenradio in het dashboard. Ik heb al heel wat singletjes verzameld met muziek uit die tijd.”
Lucille Ball laat de pick-up ons horen, met merkwaardigerwijs het Franse liedje Quand le soleil dit bonjour aux montagnes. De ervaring is een tikkeltje vervreemdend, net zoals de ruimte in de auto. Onafzienbaar brede banken voor en achter in de cabine, zonder veiligheidsgordels uiteraard. Zachtgroene en grijze kleuren, leren bekleding. Voor je een motorkap zonder einde. Een kreukelzone heeft alleen de tegemoetkomende auto nodig, want de Cadillac weegt gemakkelijk tweeduizend kilogrammen. Om dat allemaal voort te stuwen levert de V-acht zo’n 171 Pk. Dat blijkt in de praktijk ruim voldoende om het gevaarte in gang te zetten. Terwijl de motor zijn werk doet, hoor je binnen alleen een zacht fluisteren.
“Echt technisch ben ik niet, dus het onderhoud laat ik anderen doen. De onderdelenvoorziening is goed, voor zover de auto die nodig heeft. Maar kan ik de hele dag bezig zijn met de auto. Wassen, poetsen, polijsten. Ik rijd zo’n vijf-, zesduizend kilometer per jaar. Heerlijk cruisen door Noordwest-Friesland, of naar oldtimerbijeenkomsten. Daar heb ik veel succes met deze auto. En mijn vrouw? Zij vindt het super!”
Het design van Harley Earl, de whitewall diagonaalbanden, het wapen van Cadillac in de wieldoppen, het ‘V’-embleem voor het vijftigjarig bestaan van de firma.
Hoi,hoi,
Chique hoor