Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant van 25 november 2014.
Verjaardag te Stroobos
STROOBOS – Het skûtsje De Eenvoud van Harlinger schipper Remy de Boer bestaat dit najaar 100 jaar. De bemanning organiseerde daarom een feestelijke bijeenkomst op de geboorteplaats van het scheepje: scheepswerf Barkmeijer te Stroobos. Een hereniging van twee oude veteranen, want de geschiedenis van de werf is zelfs nog langer: die bestaat 165 jaar.
Tekst en foto’s: Festina Lente, Gijs en Inge van Hesteren
“De eerste meting van De Eenvoud was op 21 september 1914,” vertelt bemanningslid en spreekstalmeester Koos Koster. “Daarom hebben we als verjaardag maar het hele najaar van 2014 aangewezen. Geweldig dat we nu bijeen zijn op de geboorteplek van het skûtsje. Op de hellingbaan staat een enorme coaster van 2200 ton. Alleen één dekluik van dat schip weegt al net zoveel als ons hele skûtsje. Een betere illustratie van de ontwikkeling van de scheepsbouw in Noord-Nederland kan je niet bedenken.”
Schipper Romke Riekele Tjoelker uit Hoogkerk liet het schip in 1914 bouwen door Tjipke Douwes Barkmeijer onder de nam ‘Hoop op Welvaart’. Op 27 maart 1919 verkocht hij het door naar Rintze de Vries uit Oostermeer. Van hem bestaat nog een oude foto, toen zijn vrouw en hij vele jaren later waren uitgenodigd voor het vijftigjarige jubileum. Dat werd gevierd toen het schip als Earnewâldster skûtsje volop meevoer in de SKS-competitie, met als schipper Berend Johannes Mink. Het schip had van de commissie de nieuwe naam ‘Nijverheid 2’ gekregen, tegen het zere been van Mink. Wie weet wat hij vond van de toen ontstane bijnamen ‘Griene Pijl’, Blikken Trom’ of ‘Kromme Banaan’. Het schip was Mink niet snel genoeg, daarom werd het verkocht als woonschip.
Roemruchte wedstrijdhistorie
Over het skûtsjesilen met De Eenvoud vertelt Stoker interessante dingen. “Zo’n scheepje is gebouwd voor de vrachtvaart. Een mastje van 15 meter, genoeg om vooruit te komen door de meren en kanalen van Fryslân en Groningen. Dat is heel iets anders dan het wedstrijdzeilen, waar we het nu voor gebruiken. Toch heeft het schip een roemruchte historie in het skûtsjesilen. Eerst in de SKS, waar het van 1963 tot 1965 deelnam, later in de IFKS, waar Kees Koornstra het in 1983 opnieuw in de vaart bracht.”
Jort Koornstra (28), zoon van Klaas en neef van Kees, vaart sinds dit seizoen mee als bemanningslid. “Eerst als peiler, maar de laatste keer mocht ik al meehelpen bij de grootschoot. Ik heb altijd al gezeild, alleen nog nooit op een skûtsje. Mijn ouders hadden een tjalk. Al mijn familieleden hebben wat met zeilen.”
Zoals Kees Koornstra natuurlijk, maar ook diens broer Willem Koornstra, die dit jaar deelnam aan de Tall Ships Race met zijn kotter ‘Neeltje’, of Jort’s familielid Sander Koornstra, een markante Harlinger, die in de jaren tachtig met Kees meevoer als tacticus. “Sander zat in de roef, deed verder niets, maar keek in het rond naar het weer en de andere schepen, gaf commentaar en tips. Een deel van het succes in de IFSK-A-klasse kwam door de speciale tactiek van Sander. Hij wist precies hoe je met maximale snelheid en precies op tijd over de startlijn moest varen. Tegengesteld over de startlijn varen, de tijd opnemen, precies op de helft van die tijd omkeren en onder volle zeilen terug naar de start.”
Successen
Kees Koornstra vierde belangrijke successen met De Eenvoud. Steeds voer hij mee in de voorste gelederen. Nadat Kees ermee stopte kocht Tim Rootselaar het skûtsje. Slechts twee jaar werd er nog aan wedstrijden deelgenomen, met schipper Jappie Bandstra. Daarna lag het schip achttien jaar opgeslagen in een loods. Stoker: “Het verhaal gaat dat Tim Rootselaar, degene die het schip van Kees had overgenomen, een keer een tuinfeest gaf. De gasten hadden hem gevraagd of hij het schip niet naar buiten wilde rijden. Dat deed hij natuurlijk. ‘Doe nu ook de zeilen maar omhoog,’ was de volgende vraag. Zo gezegd, zo gedaan, met als resultaat dat het schip in een windvlaag van de bokken rolde. Tja, dan heb je een tjalk in je tuin.”
Onder de genodigden bevonden zich verder Hans Veraart, directeur van Scheepswerf Barkmeijer en Sicco Heldoorn, voorzitter van de IFKS en in zijn vrije tijd waarnemend burgemeester van de gemeente Dantumadiel. Veraart gaf een presentatie over de geschiedenis van zijn werf; meer hierover elders in deze krant. Heldoorn meldde het volgende: “De IFKS wil erbij zijn als dit soort evenementen wordt georganiseerd. Het skûtsjesilen is niet alleen maar wedstrijdzeilen, het is folklore en historie. Ik kom heel graag overigens, want dit is een hele leuke middag.”