Wereldzeiler Joke Bijl extern expert museum Grou
GROU – Jarenlang woonden Joke en Henk Bijl aan het Pikmeer in Grou in het bolschip ‘Johanna Hendrika’. Henk was kinderarts in het Medisch Centrum Leeuwarden en Joke doceerde Engels in het volwassenenonderwijs. Ze verkochten hun woonschip om een droom te verwezenlijken: charterzeilen met hun catamaran ‘Zeevonk’. Ze verhuisden naar Harlingen – tot enige wanhoop van de havendienst, want permanent wonen op een recreatiejacht paste niet in de reglementen. In 2004 vertrokken ze naar de Carieb.
Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant

Joke Bijl in Museum Hert fan Fryslân. De reis van de Zeevonk is een belangrijk deel van de expositie. Wie goed kijkt ziet de Zeevonk en een duikende Henk.
Acht jaar lang zeilden ze daar het water dun. In juli 2012 keerden Zeevonk, Henk en Joke terug naar hun thuishaven. Ze wilden de geboorte en het opgroeien van hun eerste kleinkind niet missen. Charteren, dat kon ook in Nederland.
Het lot besliste anders. De dokters ontdekten kort daarop een ernstige ziekte bij Henk. In april 2013 overleed deze avontuurlijke, goedlachse en intelligente zeilschipper. Het verlies kwam hard aan bij Joke, zijn familie, vrienden en bekenden. Joke liet de moed niet zakken; zij besloot het schip te verkopen en sindsdien woont zij in Harlingen.
“De herinneringen zijn fantastisch,” zegt Joke Bijl, inmiddels 70 jaar oud. “Die blijven voor altijd bij me. “Maar het zeilboek is nu uit. Ik geniet van mijn woninkje in de binnenstad en kom eigenlijk tijd tekort. Ik reis, ik maak muziek met mijn trekzak en sinds kort doe ik mee in een volksdansgroep.”
Welkom
Deze drukke bezigheden weerhielden haar er niet van om als extern adviseur van het museum ‘Hert fan Fryslân’ te Grou een fikse inhoudelijke bijdrage te leveren aan de tijdelijke expositie ‘Bon Bini in de Carieb’. Bon Bini is een gevleugeld woord in het Papiaments. Het betekent ‘welkom’.
“De tentoonstelling brengt het Caribische gebied in beeld, in het bijzonder het eiland Curaçao,” zegt conservator Janneke Wegman. “Wat heeft dat te maken met Friesland, of met Grou, zult u zich afvragen? Dit jaar was de oogst het thema van ons dorpsfeest. Daar was een Caribbean party aan verbonden. Wat bleek? Eigenlijk wist precies wat dat inhield. Vandaar deze expositie. Joke heeft jaren hier in Grou gewoond en was daarom onze lokale expert!”
Joke Bijl gaat verder: “We proberen de geschiedenis te verbinden met het heden. We vergelijken de ontdekkingsreizen van Columbus met die van meer eigentijdse oceaanoverstekers. In het bijzonder die van het zeilende vlot ‘Sterke Yerke’ in 1979 en natuurlijk de reizen van de ‘Zeevonk’.
Het centrale thema van Curaçao is toch de geschiedenis van de slavernij. Die ligt aan de basis van de veelkleurige samenleving die daar is ontstaan. Je merkt het aan de taal, de muziek, de dans, de wereldkeuken, de kleding, de architectuur. Allemaal nét een beetje anders en een mooi voorbeeld hoe de mensen kunnen samenleven in zo’n smeltkroes.
Niet alleen mensen van de Antillen ontmoet je trouwens in Willemstad (hoofdstad Curaçao, red.). Het kwam wel voor dat we er met de Zeevonk afmeerden. Geheimen bestaan daar niet. Binnen de kortste keren zaten we met vijf Harlingers aan de borrel op het achterdek. Over je thuis voelen gesproken!”
Tot eind oktober kon de bezoeker van het museum de foto’s, kaarten, voorwerpen, dia’s en presentaties bewonderen in het Grouster museum. Janneke Wegman: “Er viel veel te beleven: film, knutselen, verhalen, ruiken, proeven en speuren naar de schatten van de Carieb in de vaste expositie.”